Note: As on p. 24.
Cf:
- Gardiner, p. 65:
imy-r pr
overseer of the house, i.e. steward.
Cf:
- Zonhoven, Oefening 5, 6:
HqAw xAswt
de heersers van de vreemde landen [Hyksos]
Note: Translation of nb following p. 32.
Cf:
- Gardiner, p. 65:
nb imAx
possessor of veneration, venerable.
Cf:
- Gardiner, p. 66:
wrw nw AbDw
the great ones of Abydus.
Cf:
- Zonhoven, Oefening 5, 37:
nTrw nbw ^tA-mri iww nw wAD-wr
de goden, de heren van Egypte en van de eilanden van de Grote-Groene [de zee]
Cf:
- Zonhoven, Oefening 5, 37:
nTrw nbw ^tA-mri iww nw wAD-wr
de goden, de heren van Egypte en van de eilanden van de Grote-Groene [de zee]
Note: Entry for ^pr.w-^ffi missing from vocabulary. See Zonhoven, p. 240 and p. 271 (De Welsprekende Boer).
Note: The translation of TAw as "breath" (see Faulkner) makes more sense here.
Cf:
- Zonhoven, Oefening 5, 42:
TAw n anx
de adem van het leven
Cf:
- Zonhoven, Oefening 5, 43:
Xkryt nt nbt-pt
de versierselen van de meesteres van de hemel